UTRECHT – “Het is kinderlijk eenvoudig om bij de NMB te pas en te onpas leningen af te sluiten. Met een velletje, waarvan het brievenhoofd met de pen is ingevuld en dat naamloos is ondertekend kan een lening van 16.000 gulden worden afgesloten. Hier is geen sprake van vervalste werkgeversverklaringen, maar van papiertjes waarvan iedere leek kan zien, dat ze eenvoudig niet echt kunnen zijn. De officier had de NMB zelf ook het beklaagdenbankje moeten laten plaatsnemen. Er is uiterst onzorgvuldig en onoirbaar gehandeld. Niet de bank, maar de politie moest er uiteindelijk achter komen dat er iets niet in orde was.”
Dat bracht Mr. P. Bovens, de raadsman van de 41-jarige Nieuwegeiner N. van O. donderdag naar naar voren, toen zijn cliënt voor de Utrechtse rechtbank terecht stond wegens het uitlokken van oplichting van een Nieuwegeins filiaal van de Nederlandse Middenstands Bank.
De man dreef in zijn woonplaats een administratiekantoor. Via bemiddeling van de 31-jarige utrechter A.K., die zich donderdag gelijk met hem moest verantwoorden, wist hij een groot aantal mensen te bewegen om via valse werkgeversverklaringen aanzienlijke leningen af te sluiten bij de Nieuwegeinse NMB-vestiging. De vervalste papieren moesten zogenaamd aantonen dat de lener door een verzekerde bron van inkomsten borg kon staan voor aflossing. De leners - meestal drugverslaafden, die door K. werden geronseld op Hoog Catharijne - mochten na overdracht van het verkregen geld aan Van O. ongeveer duizend gulden houden. Het geld dat de Nieuwegeiner op deze manier verwierf - meestal rond de tienduizend gulden per transactie - leende Van O. weer aan uit anderen tegen een veel hogere rente.
De zaak was aan het rollen gekomen, toen de Utrechtse politie geruchten had gehoord over drugsverslaafden die op Hoog Catharijne tegen beloning van duizend gulden per keer werden geronseld om geld te lenen.
In totaal waren 27 van dergelijke transacties afgesloten. Daarbij was meer dan drie en een half ton door de handen van Van O. gegaan. Het dossier was zo dik geworden dat officier van justitie, Mr. K. Westerman, de stukken tijdens zijn requisitoirals als katheder gebruikte. Om de rechtsgang niet onnodig gecompliceerd te maken, waren tegen Van O. en zijn medeplichtige overigens slechts vier gevallen, die in april en mei dit jaar plaats hadden gevonden, ten laste gelegd.
De voorzitter van de Utrechtse rechtbank, Mr. Th. Clarenbeek begreep weinig van het handelen van Van O.. Hij rekende voor dat het geld dat de man van al zijn ingewikkelde transacties overhield nauwelijks al die inspanningen waard was.
“Het zou me niet hebben verbaasd als u er nog geld op toe had moeten leggen”, aldus de rechtbankvoorzitter. De verdachte zelf verklaarde daartegenover dat het wel geld opleverde, maar noemde geen bedragen. Wel meende hij dat de bank er in ieder geval geen financiëel nadeel van zou hebben ondervonden. Hij zei dat hij er verder wel een vorm van ‘hulpverlening” in zag aan mensen die niet op een andere manier niet aan geld konden komen. “Ik beschouw de bank ook een beetje als medeplichtig. Die sliep gewoon”, aldus de verdachte.
Officier van justitie Mr. K. Westerman beschuldigde Van O. van misbruik van het vertrouwen dat hij in zijn regelmatige contacten met de NMB had opgebouwd. Hij wees de man erop, dat hij zich nogal vreemd had gedragen, daar hij zelf met grote schulden was behept, maar er toch niet voor schroomde om in een week van ‘inzinking” 15.000 gulden uit te geven. “Een wonderlijke affaire. Moeten we hier spreken van een richard of een clochard?”, vroeg Mr. Westerman zich af.
Ook verweet hij de twee dat ze zich voor de transacties had bediend van drugverslaafden, die hiermee een nog grotere financiële malaise riskeerden dan waar ze doorgaans toch al in verkeerden. Tegen Van. O. eiste de officier twee jaar onvoorwaardelijke gevangenis. ‘Bemiddelaar’ K. hoorde achttien maanden tegen zich eisen.
De raadslieden van beide verdachten bepleitten vrijspraak. Het accent van hun pleidooi lag op de uiterst slordig vervalste werkgeversverklaringen. Die voldeden volgens hen niet aan de normen waaraan een dergelijk verklaring - zelfs al is het vervalsing - zou moeten voldoen. Zo zouden ze allen op een en dezelfde typemachine zijn getikt. Brievehoofden zouden slechts uit gefotocopiërde plakletters zijn samengesteld. In een geval zou het brievehoofd zelfs met de pen zijn geschreven. Volgens Mr. Bovens bleek de bank zelfs genoegen te nemen met met de hand gefabriceerde ‘loonstrookjes’. “Geen adres, geen telefoon- of gironummer, geen inschrijvingsnummer bij de Kamer van Koophandel, geen enkele referentie stond op de zogenaamde werkgeversverklaringen.” Om die reden bepleitte Mr. Boven vrijspraak. Mr. W.
Brinkhuis, die K. verdedigde, sloot zich daar geheel bij aan. vrijspraak. Hij vond eveneens dat de bank erg onnozel had gehandeld. “Ik begrijp niet wat er verkeerd aan is als ik kennissen die mij vragen waar ze naar toe moeten om ook zo’n lening af te sluiten door verwijs”, voegde K. er zelf nog aan toe.
Beiden zitten op dit moment gedetineerd in het Utrechtse Huis van Bewaring. Van O. als hoofddader, K., omdat hij inmiddels voor een nieuw strafbaar feit is opgepakt.
De uitspraak is op 25 september.
Absurde zaak. (Leuk stuk trouwens over die woonwagenbewoners!).
We onderhouden alweer drie jaar de website van de glossy ‘TegelTotaal’ over de tegelbranche, die we ook hebben ontworpen.https://t.co/bqqDjPYmnB pic.twitter.com/VqTJ7yRzrf
— De Multimediahoek (@Multimediahoek) January 6, 2021