Politierechter maandagmiddag 9 juni

UTRECHT – De 19-jarige utrechter I.T. is door de politierechter veroordeeld tot vier en een halve maand onvoorwaardelijke gevangenisstraf en geldboetes tot een bedrag van 850 gulden.

maandag 9 juni 1986

Hij had zich schuldig gemaakt aan autokraak, inbraak, mishandeling van een medeweggebruiker die hem met zijn wagen zou hebben gesneden, verboden wapenbezit, een poging om iemand met een karatetrap ernstig letsel toe te brengen en het doorrijden na een ongeval. Dat laatste deed hij zonder rijbewijs in een onverzekerde wagen.

Officier van justitie Mr. A. van Breukelen noemde de feiten ‘zeer ernstig”. Het bezit van een pistool en de poging tot zware mishandeling vond zij het kwalijkst.

Op 27 augustus had T. gezien dat een agent in zijn auto keek. Dit deed hij omdat hij had geconstateerd dat het voertuig niet afgesloten was. T., die op kickboksen zit, probeerde de man met een karatetrap in het gezicht te raken.
“Ze moeten van mijn spullen afblijven. Ik was van plan hem de tering te trappen”, had de utrechter later bij de politie verklaard. Gezien het feit dat hij op 4 juli vorig jaar bij een autokraak in Nieuwegein zelf geluidsapparatuur had weggenomen, vond officier van justitie dit gedrag extra ongepast.

Aan de verklaring van de verdachte dat hij bij de diefstallen uit geldnood zou hebben gehandeld, omdat zijn uitkering lang op zich liet wachten, nadat hij op staande voet was ontslagen, hechtte zij geen waarde, omdat de jongen voor die tijd ook al op dievenpad was geweest. Zij eiste vijf maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf en geldboetes tot een bedrag van 900 gulden.

Ook Mr. G. van Esch liet dit laatste zwaar wegen in haar vonnis. “Beseft u niet dat u iemand levenslang ongelukkig kunt schoppen en zelfs blind kunt maken?”, hield ze de jongen voor toen ze vonnis wees.

UTRECHT – Twee vrouwen uit Utrecht zijn door de politierechter tot voorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld wegens een reeks van winkeldiefstallen.

Hier hadden ze vorig jaar op 20 en 29 augustus aan schuldig gemaakt. Daarbij werd een grote hoeveelheid kleding meegenomen.

“Dit is nu waar de kranten zoveel over schrijven. Door dit soort dingen kunnen de winkeliers zich niet meer fatsoenlijk verzekeren”, hield politierechter Mr. G. van Esch de beide vrouwen voor.

Een van de twee - de 32-jarige C.B. - was al drie keer eerder voor dit feit veroordeeld. In ‘83 had ze een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf dagen gekregen, waar verder echter niets meer van had gehoord. “Uitermate vreemd. Ik zal er direct naar informeren”, merkte officier van justitie Mr. A. van Breukelen op.

De vrouwen verklaarden dat ze van hun uitkering niet rond konden komen en daarom tot diefstal waren over gegaan. Voor hun moeilijke financiële situatie had Mr. Van Breukelen wel begrip. “Maar dat is geen excuus. Met wat u niet doet schiet niemand wat mee op. U zeker niet”, sprak ze. Zij eiste tegen B. tien dagen en tegen de 39-jarige L.C. een week voorwaardelijke gevangenisstraf.

Gezien het lage inkomen wilde ze geen boetes eisen. “Maar volgende keer moet er echter wel gezeten worden”, waarschuwde ze. Politierechter Mr. G. van Esch vonniste conform.

Terug