Politierechter dinsdagochtend 11 maart

UTRECHT – “Als we niet meer op getuigenverklaringen kunnen afgaan, wordt de hele rechtspleging aan het wankelen gebracht.” Dat zei de Utrechtse officier van justitie Mr. C. van Ginkel dinsdag toen hij gevangenhouding wegens meineed gelastte tegen de 23-jarige J.P. uit Baarn. Politierechter Mr. D. Bakker stemde hiermee in, waarop de jongen geboeid werd weggevoerd.

dinsdag 11 maart 1986

P. moest voorkomen, omdat hij ervan werd beschuldigd dat hij op 17 mei ‘84 in zijn woonplaats een sleuvenstamper had gestolen bij een bedrijf waar hij had gewerkt. Bij de politie en later bij de rechter-commissaris had P. verklaard dat hij dit samen met de zijn 23-jarige plaatsgenoot A.K. had gedaan, maar die verklaring trok hij op de zitting als getuige onder ede in. Hij verklaarde dat hij K. destijds als medeplichtige had genoemd, omdat hij bang was voor wraakacties als hij de naam van de werkelijke mededader zou onthullen.

Politierechter en officier van justitie twijfelden echter zo erg aan de juistheid van P.’s verklaring op de zitting dat zij de jongen op verdenking van meineed lieten vastzetten in afwachting van nader onderzoek. Door P.’s laatste verklaring was het bewijs tegen P.’s medeverdachte, die tegelijkertijd terechtstond, echter niet meer toereikend en Mr. D. Bakker moet hem vrijspreken.

“En nu kunt u gaan, weg, de zaal uit”, sommeerde de politierechter K. vervolgens, zijn verbolgenheid over de gang van zaken nauwelijks nog verhullend.
Voor de diefstal van de sleuvenstampmachine werd P. veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand. Mr. Van Ginkel had een maand cel onvoorwaardelijk geëist, maar omdat de man sinds zijn laatste vergrijp niet meer met justitie in aanraking was geweest, vond Mr. Bakker een onvoorwaardelijke straf te ver gaan.

UTRECHT – De 23-jarige utrechter F.P. is tot een boete van 750 gulden en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken veroordeeld wegens verboden wapenbezit. Dit was ook de eis.
De man had in een periode dat hij zich bedreigd voelde een 12mm.-jachtgeweer met een afgezaagde loop onder zijn bed liggen. Zijn vriend J.D. juni had het wapen daar in een ongezien moment weggehaald en er in juni vorig jaar mee geschoten bij een vechtpartij in een Maarssens café. Hiervoor was D. in september tot een celstraf van tien maanden veroordeeld, waarvan drie maanden voorwaardelijk.

Terug