Wilgstraat 61, 2565 MC  DEN HAAGtel. 070 - 7370111 • fax 084 - 8829521KvKnr 27178571

De dictatuur van het volume

Elke nacht van twaalf tot vier uur ’s nachts vinden roffelende drumosolo’s en zware bassen die afkomstig zijn van een studentendiscotheek hun weg naar mijn kamer die een biok verder ligt om daar de nachtelijke stilte te doorbreken. De dansgelegenheid bevindt zich hier al jaren. De min of meer ritmische ruis is iets nieuws.

Eduard Bekker • Lesgroep Herman Wilms - Najaar 1982

Dit is niet de enige verandering: de peertjes die vroeger zorgden voor de gewenste intimiteiten zijn vervangen door zwaailichten en ‘blacklight' dat de bh’s doet oplichten en de gebitten fosforesceren

De normen voor gezelligheid zijn verschoven. Stond vroeger het gesprek en de activiteiten tussen mensen en de kwaliteit van de muziek hier borg voor, tegenwoordig begint het er steeds meer op te lijken dat het gebrek aan licht en het geluidsvolume de maatstaf vormen. Dit laatste is wel een zeer agressief opgedrongen gezelligheid. Voor mij is het een raadsel hoe mensen zich nog tot een dergelijke onnatuurlijk atmosfeer aangetrokken kunnen voelen, De min of meer ritmische reeks van zware dreunen vormt in combinatie met lichtflitsen een klimaat dat nog het meeste weg heeft van een zwaar bombardement. Wat is hier eigenlijk nog gezellig aan?

Gehoorbeschadigingen

De gevolgen van deze permanente stresssituatie zijn dan ook vaak aanzienlijk minder gezellig, Blijvende gehoorbeschadigingen zijn niet meer te vermijden. Maar ook de agressie - hoe kan het ook anders - blijkt hier te worden versterkt. Zoals een huisgenoot van me - een vaste discoklant een keer opmerkte dat hij maar één discotheek in Utrecht kende, waar een meningsverschil niet direct uitliep op een handgemeen. Maar dan vind ik het eerlijk gezegd nog wonderbaarlijk dat er in discogelegenheden gezien de situatie nog maar betrekkelijk weinig doden zijn gevallen: ik vermoed dat als je bij wijze van proef een kooi met ratten in precies dezelfde situatie zou plaatsen (en even dicht op elkaar gepakt als de mensen), dat de ene helft de andere binnen een uur tijd zou hebben opgevreten,

En zo kom ik haast automatisch bij een ander knaagdier terecht: de Scandinavische lemming. Als een populatie van deze diertjes te groot dreigt te worden springen zij massaal in de fjorden. Het gedrag van veel jongeren, waarvoor te weinig werk is en te leefruimte is, is misschien zo te verklaren. Het enige verschil is dat de uitschakeling hier alleen geestelijk is. Zoals mijn eerder genoemde huisgenoot zo treffend zei: “Eerst is die harde muziek storend. Je gaat er met koppijn en oorsuizingen weg. Maar al gauw wen je eraan en wil je niet anders. Je kunt jezelf er volkomen uitschakelen.”

Ria Valk

Luisteren naar muziek is dus, in tegenstelling tot vroeger geen actief gebeuren meer. Toen ik een jaar of vier was gingen we nog met z’n allen om de grammofoon zitten waar mijn vader dan drie 78-toeren platen op draaide
Ria Valk kon twintig jaar geleden in haar eentje een publiek van dienstplichtigen(!!) vermaken. Het enige dat ze daarvoor nodig had, was een gitaar. Kunt u het zich nu nog voorstellen?

Nu wordt ditzelfde publiek onthaald op opgesmukte poppetjes in lustopwekkend cellofaan. Engelstalige liedjes playbackend die al bijna door een computer kunnen worden gecomponeerd, begeleid door de synthesizer (let op het woord ‘synthetisch’ dat hier inzit). Is het dan nog verbazend dat de toehoorders, waarschijnlijk nog vervreemder dan het gebodene, denken dat het om dingen gaat, waar je rustig de meest denigrerende opmerkingen naartoe mag smijten?

Advertentie

Waar ligt nou de eigenlijke oorzaak van deze akoestische verloedering? Zijn de jongeren, steeds harder opgejaagd door de consumptiemaatschappij, degenen die het voortouw in handen hebben genomen? Of is het de commercie die belang heeft bij het steeds dover worden van de jeugd (en ook vele ouderen), zodat zij weer een nieuw HIFI-monster op de markt kunnen brengen dat nog meer lawaai kan produceren?
Het laatste meen ik beantwoord te kunnen zien aan de hand van een advertentie die ik onlangs in de Viva aantrof:

De Sony FH-7 HiFi. Hou je vast als je ’m aanzet. Je valt steil achterover, Met 120 watt muziekvermogen blaast-ie je de kamer uit. (...) De Sony FH-7 HiFi. Je ziet ’m pas als je ’m aanzet, En je gelooft ’t pas als je ’m hoort!

 
Het lijkt me volstrekt duidelijk. Achter deze onschuldig ogende verslaving aan decibels, zit een genadeloze geluidsmaffia, met de hoofdzetel in Tokio en zeer belangrijke vestigingen bij de reclamebureaus en AVRO’s Toppop. Als we het het gevaar hiervan niet onder ogen willen zien, komt er een dag dat we alleen nog maar naar elkaar kunnen luisteren als we praten door een versterker. Mét achtergrondmuziek uiteraard, want een gesproken stem zonder achtergrondbeat, daar is natuurlijk geen donder aan.


/ Voor print en webontwerp / School voor de Journalistiek / De dictatuur van het volume


> Schrijf een beoordeling