Op het Daltonlyceum (1966 - 1972)

Het gebouw aan de Aronskelkweg in Den Haag Hoewel ik met verschillende ex-daltonezen bevriend ben gebleven, kijk ik op deze periode met gemengde gevoelens terug. Nog jaren later bleef een gele takenkaart, die maar niet vol wilde komen, mij in mijn dromen achtervolgen.


Ook mijn aanvankelijke geringe lengte (1.48 m!) eiste haar tol. Ik was zeer verlegen, maar wel vaak verliefd.
’s Nachts fantaseerde ik hoe ik als een Batman annex Tarzan mijn vlam uit de handen van gemene boeven wist te redden. Overdag werd ik met de harde werkelijkheid geconfronteerd: bijna alle meiden staken letterlijk met kop en schouders boven mij uit!

Toch begon mijn ster te stijgen, toen Rob Fruithof naast mij kwam te zitten. Hij was om onduidelijke redenen overgeplaatst, wat vast iets met zijn omgang met de meiden zal hebben uitgestaan. Hij belandde bij ons in klas 2c op de lege plaats naast mij.
Het was een sympathieke knaap en ik heb veel met hem gelachen. Vaak lag hij overhoop met jonge docentes, die in verlegenheid raakten van zijn charme, of juist met oudere docentes, die het conflict dat ze met hun eigen puberale zonen in het dagelijks leven hadden, met hem in de les meenden te moeten voortzetten. Hij was echter wel geliefd bij de heer Oskam, die nederlands doceerde, en dat was wederzijds. Oskam beschikte over een forse dosis sarcastische humor, waar ik later nog op terug kom. Als we braaf waren geweest, las hij een ‘Carmiggeltje’ voor.

Op de volgende pagina’s vindt u meer over deze periode, verlucht met klassefoto’s die naar mijn gevoel een fraai tijdsbeeld geven van de periode rond ’68 waarin ineens alles anders moest.

Eduard Bekker, Den Haag